De Chartreuse is een stukje van de vooralpen, tussen Chambéry en Grenoble. Nog niet echt de Alpen : daarvoor is het met toppen van net 2000 m hoogte te laag. Maar toch al een echt gebergte, met rotspieken en steile paden en magnifieke uitzichten.
De naam komt van één van de bekendste en vreemdste kloosterordes ooit : de Kartuizers. De monikken kiezen om volledig afgesloten van de maatschappij te leven in stilte, meditatie en handenarbeid. De inkomsten komen van de fameuze Chartreuse-likeur, een ingewikkeld destilaat waarin ongeveer 130 Alpenplanten en kruiden verwerkt worden. Het hoofdklooster van deze orde is ergens in de 11° eeuw gesticht in een uithoek van dit massief : dat was toen nog erg afgelegen en geïsoleerd. Met de komst van de auto kwam dit onder druk. Na lang overleg met de lokale burgemeesters en prefecten is de vallei van het klooster nu een officieel stiltegebied.
Zelf heb ik blijkbaar dit stukje bergen altijd genegeerd. Ik ben er vaak genoeg langs gereden en er vaak naar gekeken van hogerop in de Alpen. Tot voor kort wist ik zelfs niet de naam van de meest opvallende toppen (Mont Granier, Dent de Crolles, Chamechaude, ...). Vreemd. Misschien is het omdat er geen klassiek wandelpad doorloopt ? Om omdat er eigenlijk geen berghutten of dergelijke zijn zodat het niet zo geschikt is voor een trektocht ?
Ik neem voor de zekerheid de tent mee. Het plan is om op 7 dagen van Chambéry naar Grenoble te stappen. Dat kan vlotjes op 3 à 4 dagen - het plan is dus om heel veel omwegjes en extraatjes te doen. En ook om wat reserve te hebben moest het echt koud en slecht weer zijn. Maar uiteraard hopen we op dezelfde herfstsensaties als bij eerdere herfst-trekkingen : prachtig contrast tussen de herfstkleuren en de kalkrotsen, en bij helder weer magnifieke uitzichten over mistige valleien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten