vrijdag 22 oktober 2021

Traversée van de Chartreuse - overzicht

De Traversée van de Chartreuse

De Chartreuse is een kalksteenmassief tussen Grenoble en Chambéry.  De toppen zijn maximaal iets meer dan 2000 m hoog. Dit maakt dat het een ideale bestemming is voor een trekking in het voorjaar of de herfst. De doorsteek van de Chartreuse tussen deze twee steden is een klassieke trektocht. Ze bestaat in twee varianten. 

  • hoog : deze volgt de toppen van het natuurgebied "Hauts de la Chartreuse", dit is de bergkam aan de oostkant van de Chartreuse. Hierbij moet er een paar keer op het plateau overnacht worden.
  • centraal : deze komt iedere dag in een dorp terecht en bezoekt ook enkele toppen in de bergkam die middenin de Chartreuse ligt.

De opbouw is telkens dezelfde : starten met de GR96 vanuit Chambéry tot bij Epernay, dan de GRP "tour de la Chartreuse volgen tot Le Sappey, en uiteindelijk vanuit le Sappey naar Grenoble via de GR9. Normaal vraagt de traversée 4 à 5 stapdagen. Haastige trekkers doen het op 3 dagen.

Ik koos voor een flexibele trekking met de tent en een dag marge. Ideaal voor een trekking in de herfst. Het was prachtig weer dus kon ik de hoge variant doen en een aantal toppen en technische extra's nemen. Bij slecht weer of vroege sneeuw zouden die extra's wegvallen of kon ik kiezen voor de centrale traversée en overnachten in de dorpen.

GRP Tour van de Chartreuse

Mijn persoonlijke traversée

Dag 1

Dag 1 : Chambéry - Bec de Corbeau. De stad verlaten via de GR96 en een eerste bivak bereiken op een rotspiek 600 m boven de stad. 7 km 525 m+ 100 m-

 

 

 

 

 

Dag 2

Dag 2 : Bec du Corbeau - l'Alpette. De uitzichtstop Pointe de Gorgeat oversteken via de GR96. Via een lastige rotsgraat uitwijken naar de nog mooiere belvédère van de Pellat. Afdaling naar de vallei gevolgd door de klim naar l'Alpette, aan de voet van de Granier. 21 km 1600 m+ 750m-

 



Dag 3

Dag 3 : l'Alpette - Saint-Pierre d'Entremont. Vanuit l'Alpette padloos door zeer ruig terrein naar het begin van de Sangle de Belle-Ombre. Deze volgen tot bij Col de l'Alpe. Via de GR afdalen naar Pratcel en dan op de sunny side van de vallei rustig afdalen tot in Saint-Pierre. Overnachting in de camping. 18km 700m+ 1475m-

 

 

Dag 4

Dag 4 : Saint-Pierre d'Entremont - Bellefont. Terug even de GR nemen richting Cirque de Sainte-Même. Via de Pas de la Mort naar l'Alpette de Dame. De GR volgen door l'Alpe de Seuil. Bivak bij Cabane de Bellefont. 15km 1350 m+ 350m- 

 

 

 

 

 

 

Dag 5

Dag 5 : Bellefont - Habert de Chamechaude. De GR9 volgen tot aan de Dent de Crolles. Via Sangle de l'Aiguille en Sangle de Barrère in stijl de Dent de Crolles beklimmen. De GR - na een omweg over Pravouta - volgen tot een stuk boven Emeindras. 19 km 1100m+ 1200m-

 





Dag 6

Dag 6 : Habert de Chamechaude - Fort de Sappey. In de voormiddag beklimming van de hoogste top van de Chartreuse, de Chamechaude. In de namiddag via een niet gemarkeerd pad over de Grands Crêts naar Fort de Sappey op het uiterste puntje van deze graat. 18km 850 m+ 1225 m-

 

 

 

Dag 7

Dag 7 : Fort de Sappey - Grenoble. Een halve dag via de GR9, aangevuld met omwegjes naar l'Ermitage de Saint-Eynard en over de top van de Mont de Rachais. 14.5 km 475m+ 1425m-





woensdag 20 oktober 2021

Ver boven het stadsgewoel

Fort Saint Eynard - Col de Vence - Mont Rachais - Mont Jala - Grenoble
14.5 km 475m+ 1425m-

De laatste nacht in de tent was erg winderig. Ik vraag me af of de tent het in een echte storm zou houden... Bij het ontbijt kon ik me koesteren in het zonnetje terwijl diep onder mij Grenoble in de schaduw bleef. 

Bij de afdaling van het fort nam ik nog een laatste keer een Sangle. Het pad is al minstens 15 eeuwen oud en loopt naar een kluizenaarswoning die onder de overhangende rotswand was gebouwd. Rond 1800 werd het verlaten. Nu is het een erg vredige plek, waar ik ongestoord een uurtje bleef genieten. Wel grappig : het was een klein uur stappen van de bivakplek naar de ermitage, maar op de kaart liggen ze maar 50 m uit elkaar.

Verder naar de Col de Vence, het kleine colletje dat Grenoble afscheidt van Le Sappey of de grootstad van de Chartreuse... Water tanken. Deze keer bij een gewone kraan. Een fietser stopte ook voor een paar teugen. "L'eau est-elle potable?" vroeg ie. Het lag op het puntje van mijn tong "Natuurlijk, met zo'n vieze chloorsmaak, geen twijfel mogelijk".

Na dit colletje was de Mont Rachais / Mont Jala een heel goede manier om de overgang naar de drukte te maken. Ook hier was het een goede keuze om de hogere variant van de GR te nemen.
Eerst een aantal hooiweiden op de top van de Mont Rachais die door stukken bos van elkaar gescheiden worden. Met afwisselende zichten op Grenoble in de diepte aan de oostkant en le Néron (een miniateuurversie van de Chamechaude) aan de westkant. De weitjes zijn nu volop in gebruik door picknickende groepjes.
Dan een bergachtig stukje, met tientallen dagwandelaars. En helemaal op het uiteinde van de Mont Jala, pal boven het centrum : de Bastille, deel van de omwalling van 1820 ongeveer. Dit oude fort is nu het meest opvallende gebouw van de stad. De gewone toeristen komen met de auto of de kabelbaan naar de restaurantjes en de musea. De sportieve locals trainen op de honderden trappen tussen de stad en de Bastille.

Ik logeer in een klein hotel in oude stijl, in een stille zijstraat pal in het centrum. Met een heerlijke gemoderniseerde douche. Zalig na drie dagen zonder wasmogelijkheid. 's Avonds smaken de pizza en het dessertje heerlijk. Dat is ook een van de genoegens van trekken met de tent : terug voluit genieten van een douche en van echt, vers klaargemaakt eten.

L'Ermitage de Saint-Eynard
Het fort van Saint-Eynard, van bij Cabane aux Ours
De vallei van Le Sappey.
De drie torens van Grenoble (Vercors, Mont Blanc en Belledonne)



dinsdag 19 oktober 2021

Chamechaude

Habert de Chamechaude - top van de Chamechaude - Habert de Chamechaude - Les Grandes Crêtes - Fort de Saint Eynard
18km 850 m+ 1225 m-

Behalve wat diergeluiden (everzwijnen buiten en één of ander knaagdier wellicht binnen) was de nacht op de slaapzolder van de Habert (Herdershuis) heel rustig. 

De Habert ligt aan de voet van de Chamechaude, de hoogste berg van de Chartreuse. Aan die kant is het een langerekte verticale rotswand. Door de bossen onder de wand loopt een pad naar de andere zijde, die is veel minder steil. De meeste mensen vertrekken aan de voet van die andere kant, op de parking van de Col de Porte. Ik probeerde nog een andere variant namelijk een afkorting via het klauterpad langs l'Arche (de rotsboog). Ik was er niet op mijn gemak : technisch was het lastig en als je dan wil forceren kan het fout aflopen. Dus toch maar weer naar het gewone pad, samen met de honderden anderen die elk om hun reden (trainen, herfstfoto's maken, de laatste echte bergwandeling voor de winter,...) naar de top willen.

Ook op deze normaalroute moet er op het einde heel even geklauterd worden. Gelukkig had iemand van de gemeente de grepen en treetjes weer opgeruwd. Hier geen spekglad gepolijste toestand als op de Dent de Crolles. 

Op de top was het uitzicht opnieuw onvoorstelbaar helder. De plekken waar ik de voorbije 5 dagen was ; de Vercors, de Belledonne en ver weg de Auvergne van wandelweken nog niet zo lang geleden ; de Taillefer en de Aravis waar ik nog naar toe kan op een volgende wandelweek, in de verte de Ecrins - volgens mij het mooiste stuk van de Alpen.

Terug bij de Habert installeer ik me voor de picknick. Ik heb (weeral) teveel eten mee. De choucas weten dat precies : ze zijn hier met een stuk of honderd. Zoveel heb er nog nergens samen gezien.

Hier moet ik kiezen. De GR volgen naar Le Sappey (rustig afdalen, geen water meeslepen) of pad over de Grands Crêts (langer, een pak extra hoogtemeters en alles met 3 liter water extra). Ik kies toch voor het laatste. Vanuit Grenoble gezien lijkt Les Grands Crêts één lange rotsgraat. In werkelijkheid loop je er een vijf à tien meter onderlangs, in een beukenbos. Geen statige zuilen zoals in ons Zoniënbos, maar knoestige verwrongen overlevers. Alles in mooie gele en gouden herfstkleuren. En uiteraard regelmatig een rotsboog, een uitzicht op de stad beneden en de Belledonne aan de overkant,...

Ik bivakkeer in het oude Fort van Saint Eynard. Het fortgebouw is omgevormd tot een restaurant, maar opzij van het fort had men een reeks vierkante openingen van zo'n 7 x 7 meter uit de rotskam gehakt. Die waren bedoeld voor zware kanonnen, en zijn nu perfecte bivakplekken. Grotendeels uit de wind, en goed maar, want het is in de namiddag steeds harder beginnen waaien. 

Bij het avondeten kleuren de toppen van de Belledonne (met verse sneeuw tot 2300 m of zoiets) fraai rood en direct daarna komt de volle maan erboven op. Schitterend. 
 
Habert de Chamechaude (1570m)
De Brèche Arnaud. Hier komt een via ferrata oude stijl toe.
Top van de Chamechaude (2082m)
De eerste kam is Les Grands Crêts. In de verte de Vercors.
L'Emeindras de dessus en in de verte de Belledonne.
De steile kant van de Chamechaude
De volle 6 km van Les Grands Crêts, vanop het hoogste punt (1489m)
Zonsondergang over de Vercors


maandag 18 oktober 2021

De krolse tand ?

Bellefont - Arche de l'Aguille - Dent de Crolles - Trou de Glas - Pravouta - Emeindras
19 km 1100m+ 1200m-

In het kort : ik volgde het officiële GR9-pad, maar deed er nog een massa varianten bij.

Vanochtend bleek de tent droog. Geen rijp, geen condens. Dat is altijd een enorm cadeau. Het inpakken ging dus vlot. 

Het eerste stuk ging door een chaotisch stuk lapiaz. Gaten van tientallen m diep, het pad dat in alle richtingen kronkelt om ravijnen te vermijden...
Daarna gaat de GR bergaf door een 100 m hoge stapel rotsbanden. Na de eerste band nam ik linksaf om een curieus stukje erosie te verkennen: een natuurlijke rotsboog. 
Het weer blijft onveranderd schitterend. Dus nam ik de meest esthetische route naar de top van de Dent de Crolles nl. de Sangle de Barrère. Even mooi als de sangle van drie dagen terug. Met als mooiste moment een bocht in het pad waardoor in één keer Grenoble en het hele Vercors-massief te voorschijn kwamen. Ik kwam ogen tekort.

Op de top kwamen de trouwe decorstukken Mont Blanc en Belledonne er nog bij. 
Ik had eerst een lange babbel met de parapenter. Wij waren immers de enigen met een grote rugzak. Een halfuur later hing ie al boven de top rondjes te draaien samen met de choucas (dat zijn bergkraaien, even brutaal en intelligent als eksters bij ons, erg talrijk op populaire picknickplaatsen zoals bv. de Dent de Crolles).

Ik daal langzaam af, afscheid nemend van het uitzicht naar het noorden. In de verte zie ik nog de Pointe de Pointe de Gorgeat en de Pellat, van de middagpauze op de eerste dagetappe. Vanaf hier volgt ik terug even de GR9. Het stuk tot de Trou du Glas is verrassend technisch voor een GR, allemaal stukjes met kabel of klauteren door smalle kloven. En helemaal gladgeklommen - dit is één van de populairste bergpaden van de Chartreuse.
 
Na de afdaling klim ik het buurbergje over, naar de Habert (herdershuis) van Pravouta. Ik was een beetje bezorgd of die drie meiden hier gisteravond zeer laat in het donker waren toegekomen. Jawel hoor !

Voor alle zekerheid tank ik 3,5 liter water in de bron van Col de Cocq. Dat bleek niet nodig, de bron van Emeindras was al even vrijgevig met dit kostbaar goedje. De twee weitjes van Emeindras vielen tegen.  Op de eerste was er prachtig zicht en veel platte stukken, maar stonden nog koeien. Het tweede zag er met zijn ruïne en zijn modderpoel nogal afwijzend uit. 

Uiteindelijk werd het de Habert de Chamechaude, op aanraden van twee andere trekkers. Ik slaap deze keer binnen, op een zeer rustieke slaapzolder. Eens iets anders...
 
L'Arche de l'Aiguille
Op de Sangle de l'Aiguille. In de verte le Scia en le Grand Som.
Sangle de la Barrère

zondag 17 oktober 2021

Vertraging. Maar ik ben niet alleen.

Saint-Pierre d'Entremont - Cirque Ste Même - Alpette de la Dame - Bellefont
15km 1350 m+ 350m-

Saint-Pierre ligt 800 m lager dan de vorige bivakplek. Ik had dus geen ijs op de tent en rijp op het gras verwacht. Wel dus. Een heel vreemd ijs: het was precies onderkoelde regen, die ijs werd als ik het wou afvegen of afschudden.

Bon, dan maar vertrekken met 2 liter water, 1.5 liter in de drinkwaterzak en 0.5 liter onbruikbaar in de kletsnatte tent. Die still-tent van Dune, die zouden ze toch eens moeten commercialiseren. Ik teken direct in.

Op weg naar Ste Même doet de eerste zon deugd. Overal dampt het. Voorbij het dorp wordt het drukker. De Cirque is een enorme  overhangende rotswand in de vorm van een halve cirkel, waar in het midden van de rots een ondergrondse rivier terug tevoorschijn komt als een grote waterval. Blijkbaar één van de populairste plekken van de Chartreuse.

Ik klim tot bij de waterval en wil dan een oud maar avontuurlijk herderspad nemen, dwars door die rots. Ik nam de verkeerde afslag. Een mooie richel onder een rots, maar blijkbaar te laag. Een kwartier later kwam er nog een groepje, zelfde vergissing. We legden dan maar alle wijsheid samen en vonden met een dik uur vertraging toch de Pas de la Mort. Niet voor mensen met hoogtevrees, maar goed doenbaar. Waar het nodig is zijn er kabels en voetsteuntjes.

De middagpicknick (met tentdroogsessie) was wat later dan gepland... De compagnons de route gingen noordwaarts, ik trok zuidwaarts door de lange vallei van l'Aulp du Seuil. Bij de herdershut raakte ik aan de praat met een groepje jagers. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar de familie die heel deze vallei bezit, is er in geslaagd om dit tegelijk de hoogst mogelijke bescherming als natuurreservaat mee te geven én er te mogen jagen op moeflons en gemzen. Het voornaamste is dat wandelen en bivakkeren ook mogen tijdens het jachtseizoen. 

Ik trek even op met drie françaises. Enfin dat dacht ik - het bleken 2 westvlamingen en een française. Ze hadden veel te lichte slaapzakken mee en wilden nog doortrekken tot de volgende open hut.  Toekomen 2 uur na zonsondergang was de pronostiek. Courage!
Plots stoten we op een 20-tal gemzen die rustig grazen. Nog nooit meegemaakt. Normaal sprinten ze weg zodra ze mensen opmerken.

Bij de Col de Bellefont doe ik nog een sprintje naar de Dôme de Bellefont. Wat een machtig uitzicht. De hele Belledonne, en erachter de besneeuwde pieken van les Grands Rousses. Het is nu al de vierde dag op rij met onvoorstelbaar mooi weer. Subliem gewoon.

De hut van Bellefont is dicht. Ik instaleer me op het terras. Een vlak plekje, 5* zonsondergang, een heldere bron, krekels,...  

Cirque de Sainte-Même
De resurgence van de Guiers Vif die als een waterval midden uit de rotswand komt.
De Sangle van de Pas de la Mort
De hele "Hauts de Chartreuse" van Dôme de Bellefont tot Mont Granier.
Boven de vallei van Grenoble de Belledonne en de witte pieken van les Grandes Rousses.
Krap bivakplekje bij Cabane de Bellefont.


zaterdag 16 oktober 2021

Mijn eerste Sangle

L'Alpette - Belles Ombres - Saint Pierre d'Entremont
18km 700m+ 1475m-
 
Deze nacht was er geen zuchtje wind. Muisstil. Behalve als er een vliegtuig overkwam. Prachtige sterrenhemel. En dus ook veel dauw en hier en daar wat witte ijscondens. 

Het blijft hier supermooi weer. Dus was het logisch om een lastige variant op de GR in te lassen. Het werd de Sangle de Belles Ombres. Een pad dat dwars door de rotswand loopt, daar waar er een zwakkere laag is. Op deze Sangle moet er amper geklauterd worden, het grootste deel is een smal pad. 

Daarna volgde de lange afdaling naar de warme douche en de andere luxe van een dorpscamping. Het eerste deel van de afdaling was door lapiaz (een kalksteenplaat doorsneden met tientallen kloven, waar je moet overstappen), en dan de klauterstukken op de Col de l'Echelle. Het lastigste stuk van de dag. Het tweede stuk was boven de GR, via Pratcel, Les Varvats en Pierre Grosse. Ik koos ervoor om zolang mogelijk in het zonnetje te lopen, tussen oude gehuchtjes waar nu volop verbouwd wordt door jonge koppels.

Ik passeerde de hele namiddag oude grensstenen, tussen Frankrijk en Savoie (tot 1860 een apart land). Tot mijn grote verbazing is het dorp waar ik nu overnacht, twee dorpen. Met twee kerken, twee mairies enz. Ze zijn nog altijd gescheiden, de oude landsgrens loopt er dwars door en is nu een grens tussen twee departementen. Fuseren tot één dorp is blijkbaar niet mogelijk.

Bivak bij les 2 Frères de Granier.
Sangle des Belles Ombres
Sangle des Belles Ombres
Sangle des Belles Ombres
Le Granier vanop Col de l'Alpe.
Le Roche Veyrand.

vrijdag 15 oktober 2021

Le Grand Beau

Bec du Corbeau - Pointe Gorgeat - Pellat - La Coche - La Plagne - l'Alpette
21 km 1600 m+ 750m-

Een heel gevarieerde en lange etappe. Stabiel mooi weer noemen ze hier in de Savoie "le grand beau" maar eigenlijk sloeg dat voor mij op de hele dag. Alles viel super mee, beter dan je vooraf zou willen.

Toen ik rond 7h30 mijn kop uit de tent stak, was het direct super. Mist in de vallei, een zacht rood op de toppen,... Na een trage ontbijt en opvouw (ik moet er nog inkomen) nam ik de lange graat naar de Pointe Gorgeat. Een hele reeks bultjes op en af, meest in het bos. Af en toe zicht richting Chambéry. 

Op de top trekt alles open. Waw. Zitten en genieten van de stilte en het eerste zicht binnen in de Chartreuse. Veel bos, weitjes, zachte hellingen (het had de Shire kunnen zijn) tussen imposante kalkkliffen van honderden meter hoog. Na een tijdje raak ik aan de praat met een andere wandelaar. Maar rustig, met veel pauzes en wijzen naar details die ons opvallen. Tot er een grote groep toekomt. Jammer, weg met de rust, dan picknick ik wel op de volgende berg, de Pellat. Helemaal niet jammer, bedankt praatgroep : het uitzicht was daar nóg mooier. De Mont Blanc, haarscherp, en de Granier, vlakbij, met zijn noordwand waar om paar eeuwen ineens 10000-en ton rots van afbreekt.

Ik blijf er lang hangen. Te lang. Afdalen naar de grote weg, dan een paar km horizontaal (dus de hele tijd op en neer) tot La Plagne. De Gîte d'étape was al dicht, anders had ik daar al gestopt denk ik. Dus vat ik methodisch de 500 m klimmen naar l'Alpette aan. Links het onmogelijk donkergeel van de Granier, rechts de sombere steiltes van de Pinet, ertussen de eindeloze reeks haarspelden van het eeuwenoude herderspad. Tot ... de col die uitgeeft op een schitterende open alpenweide. Opnieuw waw. 

De hoogvlakte van l'Alpette wordt door intensief grazen open gehouden. Anders zou het volledig bebost zijn. Bij het toekomen heb ik nog 20 min voor zonsondergang. Wat eerst doen? Toch eerst die foto van een oranje Mont Blanc en Aravis. Dan wassen en water halen bij de bron. Eten en tent opzetten gebeuren dan maar bij maanlicht.
Bivakplekje op de Bec de Corbeau.
Montagnole
Lac de Bourget en Les Bauges.
De hele Chartreuse vanop de Pointe de Gorgeat (1485m)
Vanop Mont Pellat : Pointe Gorgeat en Mont Joigny, dan les Arravis, dan de Mont Blanc.
La Corniole, Een enorme ammoniet-fossiel bij Granges de Joigny.
Le Granier
De Tête de Lion op de Granier.
Aravis en Mont Blanc bij de Pas de Barres.


Herfstwandelweek in de Chartreuse

De Chartreuse is een prachtige bestemming voor eind september / begin oktober . De hoge Alpen worden langzaam ontoegankelijk door de eerste ...